Artikel 52 - Reikwijdte en interpretatie (2023)

Artikel 52 - Reikwijdte en interpretatie

1. Elke beperking van de uitoefening van de rechten en vrijheden die door dit Handvest worden erkend, moet bij wet zijn vastgelegd en moet de essentie van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Onder voorbehoud van het evenredigheidsbeginsel mogen beperkingen alleen worden gesteld als zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de noodzaak om de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
2. De rechten die door dit Handvest worden erkend en waarin de Verdragen voorzien, worden uitgeoefend onder de voorwaarden en binnen de grenzen die in die Verdragen zijn bepaald.
3. Voor zover dit Handvest rechten bevat die overeenkomen met rechten die worden gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zijn de betekenis en reikwijdte van die rechten dezelfde als die welke zijn vastgelegd in genoemd verdrag. Deze bepaling belet niet dat het recht van de Unie een uitgebreidere bescherming biedt.
4. Voor zover dit Handvest grondrechten erkent zoals deze voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben, worden die rechten in overeenstemming met die tradities geïnterpreteerd.
5. De bepalingen van dit Handvest die beginselen bevatten, kunnen ten uitvoer worden gelegd door middel van wetgevende en uitvoerende handelingen die worden vastgesteld door de instellingen, organen en instanties van de Unie, en door handelingen van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer leggen, in de uitoefening van hun respectieve krachten. Zij zijn alleen voor de rechter kenbaar bij de uitlegging van dergelijke handelingen en bij de uitspraak over hun wettigheid.
6. Er wordt volledig rekening gehouden met de nationale wetten en gebruiken zoals gespecificeerd in dit Handvest.
7. De toelichtingen die zijn opgesteld als leidraad bij de interpretatie van dit Handvest, worden door de rechterlijke instanties van de Unie en van de lidstaten terdege in acht genomen.

  • Tekst:

    Het doel van artikel 52 is de reikwijdte van de rechten en beginselen van het Handvest vast te stellen en regels vast te stellen voor de interpretatie ervan. Lid 1 gaat in op de regelingen voor de beperking van rechten. De formulering is gebaseerd op de jurisprudentie van het Hof van Justitie: "... in de jurisprudentie van het Hof staat vast dat beperkingen kunnen worden opgelegd aan de uitoefening van grondrechten, met name in de context van een gemeenschappelijke marktordening, op voorwaarde dat deze beperkingen daadwerkelijk beantwoorden aan doelstellingen van algemeen belang die door de Gemeenschap worden nagestreefd en, gelet op het nagestreefde doel, geen onevenredige en onredelijke inmenging vormen die afbreuk doet aan de kern van deze rechten" (arrest van 13 april 2000, zaak C-292/97, punt 45 van de motivering). De verwijzing naar door de Unie erkende algemene belangen dekt zowel de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde doelstellingen als andere belangen die worden beschermd door specifieke bepalingen van de Verdragen, zoals artikel 4, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 35( 3), 36 en 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Lid 2 verwijst naar rechten die al uitdrukkelijk werden gegarandeerd in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en die zijn erkend in het Handvest, en die nu in de Verdragen zijn opgenomen (met name de rechten die voortvloeien uit het burgerschap van de Unie). Het verduidelijkt dat dergelijke rechten onderworpen blijven aan de voorwaarden en beperkingen die van toepassing zijn op het recht van de Unie waarop ze zijn gebaseerd en waarin is voorzien in de Verdragen. Het Handvest verandert niets aan het stelsel van rechten dat door het EG-Verdrag is verleend en door de Verdragen is overgenomen.

    Lid 3 beoogt de noodzakelijke samenhang tussen het Handvest en het EVRM te waarborgen door de regel vast te stellen dat, voor zover de rechten in dit Handvest ook overeenkomen met rechten gewaarborgd door het EVRM, de betekenis en reikwijdte van die rechten, inclusief beperkingen, zijn dezelfde als die van het EVRM. Dit betekent met name dat de wetgever bij het stellen van beperkingen aan die rechten dezelfde maatstaven dient te eerbiedigen als die welke zijn vastgesteld in de gedetailleerde verjaringsregelingen van het EVRM, die aldus van toepassing worden gemaakt op de rechten waarop dit lid betrekking heeft, zonder waardoor de autonomie van het recht van de Unie en van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt aangetast.

    De verwijzing naar het EVRM heeft betrekking op zowel het Verdrag als de Protocollen daarbij. De betekenis en de reikwijdte van de gewaarborgde rechten worden niet alleen bepaald door de tekst van die instrumenten, maar ook door de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en door het Hof van Justitie van de Europese Unie. De laatste zin van het lid is bedoeld om de Unie in staat te stellen een uitgebreidere bescherming te garanderen. In ieder geval mag het beschermingsniveau van het Handvest nooit lager zijn dan dat van het EVRM.

    Het Handvest doet geen afbreuk aan de mogelijkheden van de lidstaten om gebruik te maken van artikel 15 EVRM, waardoor afwijkingen van de rechten van het EVRM mogelijk zijn in geval van oorlog of andere openbare gevaren die het leven van de natie bedreigen, wanneer zij optreden op het gebied van nationale defensie in geval van oorlog en de handhaving van de openbare orde, overeenkomstig hun verantwoordelijkheden erkend in artikel 4, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in de artikelen 72 en 347 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    De lijst van rechten die in het huidige stadium, onverminderd ontwikkelingen in de wet, de wetgeving en de Verdragen, kunnen worden geacht overeen te komen met rechten in het EVRM in de zin van dit lid, wordt hierna gegeven. Het bevat geen aanvullende rechten naast die van het EVRM.

    1. Artikelen van het Handvest waarvan zowel de betekenis als de reikwijdte dezelfde zijn als de overeenkomstige artikelen van het EVRM:

    — Artikel 2 komt overeen met artikel 2 EVRM,
    — artikel 4 komt overeen met artikel 3 van het EVRM,
    — Artikel 5, leden 1 en 2, komt overeen met artikel 4 EVRM,
    — Artikel 6 komt overeen met artikel 5 van het EVRM,
    — Artikel 7 komt overeen met artikel 8 EVRM,
    — Artikel 10, lid 1, komt overeen met artikel 9 EVRM,
    — artikel 11 komt overeen met artikel 10 van het EVRM, onverminderd eventuele beperkingen die het recht van de Unie kan opleggen aan het recht van de lidstaten om de in artikel 10, lid 1, derde zin, van het EVRM bedoelde licentieregelingen in te voeren;
    — Artikel 17 komt overeen met artikel 1 van het Protocol bij het EVRM,
    — Artikel 19, lid 1, komt overeen met artikel 4 van Protocol nr. 4,
    — artikel 19, lid 2, komt overeen met artikel 3 van het EVRM zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens,
    — Artikel 48 komt overeen met artikel 6, leden 2 en 3, van het EVRM,
    — Artikel 49, lid 1 (met uitzondering van de laatste zin) en lid 2 komen overeen met artikel 7 EVRM.

    Artikelen waarvan de betekenis dezelfde is als de overeenkomstige artikelen van het EVRM, maar waarvan de reikwijdte breder is:

    — artikel 9 bestrijkt hetzelfde gebied als artikel 12 van het EVRM, maar het toepassingsgebied kan worden uitgebreid tot andere huwelijksvormen indien deze zijn vastgelegd in de nationale wetgeving;
    — artikel 12, lid 1, komt overeen met artikel 11 van het EVRM, maar het toepassingsgebied ervan wordt uitgebreid tot het niveau van de Europese Unie;
    — Artikel 14, lid 1, komt overeen met artikel 2 van het Protocol bij het EVRM, maar het toepassingsgebied ervan wordt uitgebreid tot toegang tot beroepsopleiding en voortgezette opleiding;
    — artikel 14, lid 3, komt overeen met artikel 2 van het protocol bij het EVRM wat betreft de rechten van ouders;
    — artikel 47, leden 2 en 3, komt overeen met artikel 6, lid 1, van het EVRM, maar de beperking tot de vaststelling van burgerrechten en -plichten of strafrechtelijke vervolging is niet van toepassing op het recht van de Unie en de tenuitvoerlegging ervan;
    — artikel 50 komt overeen met artikel 4 van Protocol nr. 7 bij het EVRM, maar het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot het niveau van de Europese Unie tussen de rechterlijke instanties van de lidstaten;
    — Ten slotte mogen burgers van de Europese Unie niet worden beschouwd als vreemdelingen in het kader van de toepassing van het recht van de Unie, vanwege het verbod op elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit. De beperkingen van artikel 16 EVRM met betrekking tot de rechten van vreemdelingen zijn in dit verband dus niet op hen van toepassing.

    De interpretatieregel in lid 4 is gebaseerd op de bewoordingen van artikel 6, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en houdt naar behoren rekening met de benadering van gemeenschappelijke constitutionele tradities die het Hof van Justitie volgt (bv. arrest van 13 december 1979, zaak 44/79, Hauer, Jurispr. 1979, blz. 3727; arrest van 18 mei 1982, zaak 155/79, AM&S, Jurispr. 1982, blz. 1575). Op grond van die regel moeten de betrokken rechten uit het Handvest, in plaats van een starre benadering van "een kleinste gemene deler" te volgen, worden geïnterpreteerd op een manier die een hoog niveau van bescherming biedt, passend bij het recht van de Unie en in overeenstemming met de gemeenschappelijke constitutionele tradities.

    Lid 5 verduidelijkt het onderscheid tussen "rechten" en "beginselen" zoals uiteengezet in het Handvest. Volgens dat onderscheid worden subjectieve rechten geëerbiedigd en beginselen in acht genomen (artikel 51, lid 1). Beginselen kunnen worden uitgevoerd door middel van wetgevende of uitvoerende handelingen (aangenomen door de Unie in overeenstemming met haar bevoegdheden, en door de lidstaten alleen wanneer zij het recht van de Unie uitvoeren); dienovereenkomstig worden ze pas belangrijk voor de rechtbanken wanneer dergelijke handelingen worden geïnterpreteerd of beoordeeld. Ze geven echter geen aanleiding tot directe aanspraken op positieve actie door de instellingen van de Unie of de autoriteiten van de lidstaten. Dit is in overeenstemming met de jurisprudentie van het Hof van Justitie (vgl. met name jurisprudentie over het "voorzorgsbeginsel" in artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 11 september 2002, zaak T-13/99 Pfizer/Raad, met talloze verwijzingen naar eerdere jurisprudentie en een reeks arresten over artikel 33 (ex-39) over de beginselen van het landbouwrecht, bijv. het arrest van het Hof van Justitie in zaak 265/85 Van den Berg [1987] Jurispr. 1155: toetsing van het beginsel van marktstabilisatie en van redelijke verwachtingen) en met de benadering van de constitutionele stelsels van de lidstaten van 'beginselen', met name op het gebied van sociaal recht. Voorbeelden van principes die in het Handvest worden erkend, zijn bijvoorbeeld b.v. Artikelen 25, 26 en 37. In sommige gevallen kan een artikel van het Handvest zowel elementen van een recht als van een beginsel bevatten, b.v. Artikelen 23, 33 en 34.

    Lid 6 verwijst naar de verschillende artikelen in het Handvest die, in de geest van subsidiariteit, verwijzen naar nationale wetten en praktijken.

    Bron:

    Publicatieblad van de Europese Unie C 303/17 - 14.12.2007

    Preambule - Toelichtingen bij het Handvest van de grondrechten:

    Deze toelichtingen zijn oorspronkelijk opgesteld in opdracht van het presidium van de Conventie die het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie heeft opgesteld. Hoewel ze als zodanig niet de status van wet hebben, zijn ze een waardevol interpretatie-instrument dat bedoeld is om de bepalingen van het Handvest te verduidelijken.

  • Strafzaak tegen MR

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Rechtbank (Vijfde kamer)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:C:2023:236

  • Dual Prod SRL tegen Regionale Algemene Directie van Openbare Financiën Cluj-Napoca - Regionale commissie voor de vergunningverlening aan exploitanten van producten die onderworpen zijn aan geharmoniseerde accijnzen

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Rechtbank (Vierde kamer)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:C:2023:234

  • Les Mousquetaires en ITM Entreprises SAS tegen Europese Commissie

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Rechtbank (Eerste kamer)

    Type:

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:C:2023:170

  • Casino, Guichard-Perrachon en Achats Marchandises Casino SAS (AMC) tegen Europese Commissie

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Rechtbank (Eerste kamer)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:C:2023:171

  • Strafzaak tegen V.S.

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Rechtbank (Vijfde kamer)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:C:2023:49

  • Emilio De Capitani tegen Raad van de Europese Unie

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Beslissende instantie:

    Gerecht (Tiende kamer - uitgebreid)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:EU:T:2023:15

  • Het Deense openbaar ministerie (aanklager) v. A A/S (advocaat Andreas Christensen)

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Nationale rechtbank/tribunaal

    Beslissende instantie:

    Het Deense Hooggerechtshof

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

  • DE POLITIE versus BORG STEPHEN ET.

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Nationale rechtbank/tribunaal

    Beslissende instantie:

    Court of Criminal Appeal (inferieur)

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

  • Met betrekking tot. het verzoek tot uitlevering van XXX Laverty, XXX Georgiou, XXX Mardell, XXX Georgiou, XXX Gillie d.d. 28.3.2020 (tussentijds besluit)

    Beslissend lichaamstype:

    Nationale rechtbank/tribunaal

    Beslissende instantie:

    Districtsrechtbank van Paphos

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    Rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:CY:EDPAF:2022:B19

  • Particulier versus exploitant van de internetzoekmachine "Google.de"

    Beslisdatum:

    Beslissend lichaamstype:

    Nationale rechtbank/tribunaal

    Beslissende instantie:

    Federaal Gerechtshof

    Type:

    Beslissing

    Beleidsterrein:

    ECLI (Europese jurisprudentie-identificatiecode):

    ECLI:DE:BGH:2022:030522UVIZR832.20.0

30 resultaten gevonden

  • Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden

    Land:

    Nederland

    Artikel 93 Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.

  • Handvest van de fundamentele rechten en vrijheden

    Land:

    Tsjechië

    Artikel 4 (...) (2) Beperkingen op de fundamentele rechten en vrijheden kunnen alleen worden gesteld door de wet en onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in dit Handvest van de fundamentele rechten en vrijheden. (3) Elke wettelijke beperking van de fundamentele rechten en vrijheden moet hierop van toepassing zijn
    weg naar alle koffers die aan de gestelde voorwaarden voldoen. (4) Bij de toepassing van de bepalingen betreffende de beperking van de fundamentele rechten en vrijheden moeten de essentie en de betekenis van deze rechten en vrijheden worden bewaard. Dergelijke beperkingen mogen niet worden misbruikt voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn vastgesteld.

  • Handvest van de fundamentele rechten en vrijheden

    Land:

    Tsjechië

    Artikel 4 (...) (2) Onder de voorwaarden van het Handvest van de fundamentele rechten en vrijheden kunnen de grenzen van de fundamentele rechten en fundamentele vrijheden alleen bij wet worden geregeld. (3) Wettelijke beperkingen van fundamentele rechten en vrijheden moeten gelijkelijk van toepassing zijn op alle gevallen die aan de gespecificeerde voorwaarden voldoen. (4) Bij de toepassing van bepalingen over de grenzen van fundamentele rechten en vrijheden moeten de essentie en betekenis ervan worden onderzocht. Dergelijke beperkingen mogen niet worden misbruikt voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn opgesteld.

  • Mensenrechtenwet 1998

    Land:

    Verenigd Koninkrijk

    Artikel 18 - Beperking van het gebruik van beperkingen op rechten. De krachtens dit Verdrag toegestane beperkingen op de genoemde rechten en vrijheden mogen niet worden toegepast voor enig ander doel dan waarvoor ze zijn voorgeschreven.

  • Grondwet van de Republiek Slovenië

    Land:

    Slovenië

    Artikel 15 (Uitoefening en beperking van rechten) Mensenrechten en fundamentele vrijheden worden rechtstreeks uitgeoefend op basis van de Grondwet. De wijze waarop de mensenrechten en de fundamentele vrijheden worden uitgeoefend, kan bij wet worden geregeld wanneer de Grondwet daarin voorziet of wanneer dit noodzakelijk is vanwege de bijzondere aard van een individueel recht of individuele vrijheid. Mensenrechten en fundamentele vrijheden worden alleen beperkt door de rechten van anderen en in de gevallen waarin deze Grondwet voorziet. Rechterlijke bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden, en het recht op verhaal voor de schending van dergelijke rechten en vrijheden, wordt gewaarborgd. Geen enkel mensenrecht of fundamentele vrijheid die wordt geregeld door rechtshandelingen die in Slovenië van kracht zijn, mag worden beperkt op grond van het feit dat deze grondwet dat recht of die vrijheid niet of in mindere mate erkent.

  • Grondwet van de Republiek Slovenië

    Land:

    Slovenië

    Artikel 15 (uitoefening en beperking van rechten) Mensenrechten en fundamentele vrijheden worden rechtstreeks uitgeoefend op basis van de grondwet. Het is bij wet mogelijk om de wijze van verwezenlijking van mensenrechten en fundamentele vrijheden voor te schrijven, wanneer de grondwet dit bepaalt, of wanneer dit noodzakelijk is vanwege de aard van het individuele recht of de individuele vrijheid. Mensenrechten en fundamentele vrijheden worden alleen beperkt door de rechten van anderen en in gevallen bepaald door deze grondwet. gerechtelijke bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en het recht om de gevolgen van de schending ervan te verhelpen, worden gegarandeerd. Geen enkel mensenrecht of fundamentele vrijheid die is geregeld in rechtshandelingen die in Slovenië van kracht zijn, mag worden beperkt onder het voorwendsel dat deze grondwet het niet of in mindere mate erkent.

  • Grondwet van de Slowaakse Republiek

    Land:

    Slowakije

    Artikel 13 (...) (2) Grenzen aan fundamentele rechten en vrijheden kunnen alleen bij wet worden gesteld onder de voorwaarden die in deze Grondwet zijn vastgelegd. (3) Wettelijke beperkingen van fundamentele rechten en vrijheden moeten gelijkelijk gelden voor alle gevallen die aan voorgeschreven voorwaarden voldoen. (4) Bij het inperken van fundamentele rechten en vrijheden moet aandacht worden besteed aan de essentie en betekenis ervan. Deze beperkingen mogen alleen worden gebruikt voor het voorgeschreven doel.

  • De grondwet van de Slowaakse Republiek

    Land:

    Slowakije

    Kunst. 13 (...) (2) De grenzen van de fundamentele rechten en vrijheden kunnen onder de voorwaarden van deze Grondwet alleen bij wet worden aangepast. (3) Wettelijke beperkingen van fundamentele rechten en vrijheden moeten gelijkelijk van toepassing zijn op alle gevallen die aan de gestelde voorwaarden voldoen. (4) Bij het beperken van fundamentele rechten en vrijheden moet rekening worden gehouden met de essentie en betekenis ervan. Dergelijke beperkingen mogen alleen worden gebruikt voor het beoogde doel.

  • Grondwet van de Portugese Republiek

    Land:

    Portugal

    Artikel 16 (Reikwijdte en betekenis van de grondrechten) 1. De in de Grondwet verankerde grondrechten sluiten andere vervat in de toepasselijke wetten en regels van internationaal recht niet uit. 2. Grondwettelijke en juridische voorschriften met betrekking tot fundamentele rechten moeten worden geïnterpreteerd en geïntegreerd in overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Artikel 18.º (Rechtskracht) 1. De grondwettelijke voorschriften inzake rechten, vrijheden en waarborgen zijn rechtstreeks toepasselijk en bindend voor publieke en private entiteiten. 2. De wet kan rechten, vrijheden en waarborgen alleen inperken in de gevallen waarin de Grondwet uitdrukkelijk voorziet, en beperkingen dienen beperkt te blijven tot hetgeen nodig is om andere grondwettelijk beschermde rechten of belangen te vrijwaren. 3. Wetten die rechten, vrijheden en garanties beperken, moeten van algemene en abstracte aard zijn en mogen geen terugwerkende kracht hebben of de reikwijdte en reikwijdte van de essentiële inhoud van grondwettelijke voorschriften verminderen.

  • Grondwet van de Portugese Republiek

    Land:

    Portugal

    Artikel 16 (Reikwijdte en interpretatie van de grondrechten) (1) De in deze Grondwet vervatte grondrechten sluiten geen andere grondrechten uit waarin de wet voorziet of die voortvloeien uit toepasselijke regels van internationaal recht. (2) De bepalingen van deze Grondwet en van wetten met betrekking tot fundamentele rechten zullen worden geïnterpreteerd en geïnterpreteerd in overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Artikel 18 (Rechtskracht) (1) De grondwettelijke voorschriften met betrekking tot rechten, vrijheden en waarborgen zijn rechtstreeks toepasselijk en bindend voor openbare en particuliere entiteiten. (2) Rechten, vrijheden en garanties kunnen alleen door de wet worden beperkt in de gevallen waarin deze Grondwet uitdrukkelijk voorziet; beperkingen worden beperkt tot de mate die nodig is om andere door deze Grondwet beschermde rechten of belangen te vrijwaren. (3) Wetten die rechten, vrijheden en garanties beperken, zijn algemeen en abstract van aard, hebben geen terugwerkende kracht en beperken de essentiële inhoud van de grondwettelijke bepalingen niet in omvang of reikwijdte.

  • Grondwet van de Republiek Polen

    Land:

    Polen

    Grondwet van de Republiek PolenArtikel 31.3. Elke beperking van de uitoefening van grondwettelijke vrijheden en rechten kan alleen bij wet worden opgelegd, en alleen wanneer dit in een democratische staat noodzakelijk is voor de bescherming van zijn veiligheid of openbare orde, of om de natuurlijke omgeving, gezondheid of openbare zeden, of de vrijheden te beschermen en rechten van andere personen. Dergelijke beperkingen mogen de essentie van vrijheden en rechten niet schenden.

  • Grondwet van de Republiek Polen

    Land:

    Polen

    Artikel 31.3. Beperkingen op de uitoefening van grondwettelijke vrijheden en rechten kunnen alleen bij wet worden vastgesteld en alleen wanneer ze in een democratische staat noodzakelijk zijn voor zijn veiligheid of openbare orde, of voor de bescherming van het milieu, de gezondheid en de openbare zeden, of de vrijheden en rechten van andere personen. Deze beperkingen kunnen de inhoud van vrijheden en rechten niet aantasten.

  • Grondwet van de Republiek Letland

    Land:

    Letland

    116. De rechten van personen vermeld in de artikelen zesennegentig, zevenennegentig, achtennegentig, honderd, honderdtwee, honderddrie, honderdzes en honderdacht van de Grondwet kunnen worden onderworpen aan beperkingen in omstandigheden waarin de wet voorziet om de rechten van andere mensen, de democratische structuur van de staat en de openbare veiligheid, het welzijn en de goede zeden te beschermen. Op grond van de in dit artikel gestelde voorwaarden kunnen ook beperkingen worden gesteld aan het uiten van godsdienstige overtuigingen.

  • Grondwet van de Republiek Letland

    Land:

    Letland

    116. De rechten van een persoon zoals omschreven in de artikelen zesennegentig, zevenennegentig, achtennegentig, honderd, honderdtwee, honderddrie, honderdzes en honderdacht van de Grondwet kunnen worden beperkt in de gevallen waarin de wet voorziet om de rechten van andere mensen, het democratisch staatssysteem, de openbare veiligheid, welvaart en deugd te beschermen. Ook het uiten van geloofsovertuigingen kan worden beperkt op grond van de in dit artikel genoemde voorwaarden.

  • Grondwet voor de Bondsrepubliek Duitsland

    Land:

    Duitsland

    Artikel 19 (1) Voorzover krachtens deze grondwet een grondrecht bij of krachtens een wet kan worden beperkt, moet die wet algemeen en niet slechts op een enkel geval van toepassing zijn. Bovendien moet de wet specificeren om welk grondrecht het gaat en in welk artikel het voorkomt. (2) In geen geval mag de essentie van een grondrecht worden aangetast. (3) De basisrechten zijn ook van toepassing op binnenlandse kunstmatige personen voor zover de aard van dergelijke rechten dit toelaat.

  • Grondwet voor de Bondsrepubliek Duitsland

    Land:

    Duitsland

    Artikel 19 (1) Voor zover een grondrecht kan worden beperkt door de wet of op basis van een wet volgens deze grondwet, moet de wet algemeen en niet alleen op individuele gevallen van toepassing zijn. Bovendien moet de wet het grondrecht benoemen, met vermelding van het artikel. (2) In geen geval mag inbreuk worden gemaakt op de essentie van een grondrecht. (3) De grondrechten gelden ook voor binnenlandse rechtspersonen, voor zover zij uit hun aard op hen van toepassing zijn.

  • Verklaring van de rechten van de mens en de burger van 26 augustus 1789

    Land:

    Frankrijk

    Artikel 4 Vrijheid bestaat erin alles te kunnen doen wat anderen niet schaadt: dus kent de uitoefening van de natuurlijke rechten van ieder mens geen andere grenzen dan die welke de andere leden van de Vereniging verzekeren van het genot van deze zelfde rechten. Deze grenzen kunnen alleen bij wet worden bepaald.

  • Verklaring van mensen- en burgerrechten van 26 augustus 1789

    Land:

    Frankrijk

    Artikel 4 Vrijheid bestaat in de vrijheid om alles te doen wat niemand anders schaadt; vandaar dat de uitoefening van de natuurlijke rechten van ieder mens geen grenzen kent, behalve die welke de andere leden van de samenleving verzekeren van het genot van dezelfde rechten. Deze grenzen kunnen alleen bij wet worden bepaald.

  • Grondwet van Finland

    Land:

    Finland

    Artikel 23 Basisrechten en vrijheden in noodsituaties Dergelijke voorlopige uitzonderingen op fundamentele rechten en vrijheden die verenigbaar zijn met de internationale mensenrechtenverplichtingen van Finland en die noodzakelijk worden geacht in geval van een gewapende aanval op Finland of in geval van andere noodsituaties , zoals voorzien in een wet, die een ernstige bedreiging vormen voor de natie, kan worden voorzien door een wet of door een regeringsbesluit, uit te vaardigen op basis van een machtiging gegeven in een wet om een ​​bijzondere reden en met inachtneming van een nauwkeurig omschreven reikwijdte van sollicitatie. De gronden voor voorlopige uitzonderingen worden echter bij wet vastgesteld. Regeringsbesluiten betreffende voorlopige uitzonderingen worden onverwijld ter behandeling aan de Staten voorgelegd. Het parlement kan beslissen over de geldigheid van de besluiten.

  • De Grondwet van Finland

    Land:

    Finland

    § 23 Fundamentele rechten in uitzonderlijke omstandigheden Fundamentele rechten kunnen worden geregeld bij de wet of bij een regeringsbesluit dat is uitgevaardigd op basis van een bij de wet ingestelde autoriteit om een ​​bijzondere reden en precies beperkt in reikwijdte, zoals tijdelijke uitzonderingen die nodig zijn tijdens een gewapende aanval over Finland en tijdens andere in de wet vastgelegde uitzonderlijke omstandigheden die de natie ernstig bedreigen en die in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechtenverplichtingen van Finland volgens Wel moet de wet de gronden voor tijdelijke uitzonderingen bepalen. Regeringsbesluiten inzake tijdelijke ontheffingen moeten onverwijld ter overweging aan het parlement worden voorgelegd. Het parlement kan beslissen over de geldigheid van verordeningen.

0 resultaten gevonden

0 resultaten gevonden

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Catherine Tremblay

Last Updated: 19/11/2023

Views: 5439

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 90% of readers found this page helpful

Author information

Name: Catherine Tremblay

Birthday: 1999-09-23

Address: Suite 461 73643 Sherril Loaf, Dickinsonland, AZ 47941-2379

Phone: +2678139151039

Job: International Administration Supervisor

Hobby: Dowsing, Snowboarding, Rowing, Beekeeping, Calligraphy, Shooting, Air sports

Introduction: My name is Catherine Tremblay, I am a precious, perfect, tasty, enthusiastic, inexpensive, vast, kind person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.